Het zijn verwarrende tijden voor de bibliotheek, tenminste dat vind ik. De ene keer denk ik dat we de boot gaan missen als we niet innoveren, een andere keer denk ik juist weer dat we te hard van stapel lopen. Vooral als ik in de praktijk zie hoe druk het soms nog is en hoeveel er nog gelezen en informatie wordt ingewonnen d.m.v. het uitlenen van het papieren boek. Ook hoorde ik dat de docenten in het VO zich ongerust maakten bij de afgelopen examens: er werd heel duidelijk op leesvaardigheid getest bij de examenopgaven. En die ontbreekt nogal eens bij de leerlingen. Een van de oorzaken is dat jongeren (liever) geen lange teksten(boeken, krantenartikelen) meer willen lezen door internet,sms, twitter enz. Ook ik betrap mezelf er regelmatig op. De concentratieboog is korter geworden. (Zie mijn eerdee blogtekst over het boek van Nicholas Carr)Dus wie weet gaat de opdracht binnenkort veranderen en wordt onze kernfunctie het bevorderen van de leesvaardigheid (van alle Nederlanders).
Ik ben er echter van overtuigd dat de bibliotheek moet innoveren. Omdat het aantal klanten en uitleningen terugloopt en de vraag van de klant verandert. En natuurlijk is innoveren ook noodzakelijk door de bezuinigingen die vrijwel iedere instelling en instantie krijgt opgelegd.
Dus niets doen is geen optie.
Regelmatig wordt gezegd dat we naar een digitale bibliotheek moeten.
Dat de bibliotheek in Vlissingen innoverend is en durf toont, weten we.
Ik las een blogtekst op de website van deze bibliotheek waarin Kees Hamann een definitie geeft, na een landelijke discussie en na de opdracht van het Ministerie van OCW, van wat een digitale bibliotheek nu eigenlijk zou moeten zijn. Dit omdat de overheid overweegt om de verantwoordelijkheid van een landelijke bibliotheek op zich te nemen. Tot deze definitie zijn ze gekomen:
De rijksoverheid overweegt namelijk de verantwoordelijkheid voor opzet en financiering van een landelijke digitale bibliotheek op zich te nemen.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vroeg de bibliotheken van Deventer en Vlissingen voorwerk te verrichten om dit redelijk nieuwe fenomeen financieel in kaart te brengen
Toen bleek dat de ene bibliotheek dvd’s en hun internetcomputers ook tot de ‘digitale bibliotheek’ rekenen, en de ander juist bewust niet, was definiëring hard nodig. Dit is voorgesteld:
De digitale bibliotheek is de elektronische variant van een bibliotheek, waarin virtueel bronnen beschikbaar staan, advies gegeven wordt bij het gebruik daarvan én interactiviteit bevorderd wordt. Het is de virtuele tegenhanger van de fysieke bibliotheek.
Dit betekent dus dat de digitale bibliotheek in zo groot mogelijke mate alle bronnen (boeken, artikelen, documenten en audiovisuele media) online beschikbaar stelt of online bestelmogelijkheden daartoe biedt. Daarnaast zijn alle diensten, gericht op het optimaal kunnen benutten van die bronnen, onafhankelijk van plaats en tijd integraal verkrijgbaar.
Tenslotte kan de digitale bibliotheek interactiviteit bevorderen door bezoekers gelegenheid te bieden op adviezen en bronnen te reageren, hun waardering te uiten en in te haken op reacties van anderen
Lees er meer over op het weblog van Bibliotheek Vlissingen:
vrijdag 1 juli 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)