Het boek leest mee
Gepubliceerd: 3 juni 2010 16:06
Duitsers maakten een digitaal boek dat zich aanpast aan de oogbewegingen van de lezer.
Herbert Blankesteijn
Apparaten om digitale boeken te lezen, zoals de Kindle van Amazon en de eReader van Sony, verkopen als warme broodjes. Voordelen van digitale boeken: ze zijn goedkoper, je hebt ze onmiddellijk in huis en er gaan er duizenden in zo’n leesapparaat. Het Duitse Onderzoeksinstituut voor Kunstmatige Intelligentie DFKI wil daar nieuwe voordelen aan toevoegen. Boeken volgens hun systeem Text 2.0 weten op elk moment waar je met je ogen bent en houden daar rekening mee. Bijvoorbeeld door de betekenis of de uitspraak van een woord te geven. Of door te onthouden waar je was gebleven als je even wegkijkt.
De techniek om ogen te volgen is niet nieuw. In marketing en wetenschappelijk onderzoek (denk aan verkeersveiligheid) wordt er veel gebruik van gemaakt. Als het oog wordt belicht met een infrarode straal, kan uit de reflecties de kijkrichting worden berekend. Bij voldoende nauwkeurigheid volgt daaruit welk woord op een scherm de aandacht heeft. Apples paradepaardje, de iPad, is ook te gebruiken om digitale boeken te kopen en te lezen. Apple heeft een octrooi op een techniek om onderdelen op een beeldscherm te sorteren op grond van de kijkrichting van de gebruiker. De benodigde ‘trackers’ zijn nog wel erg duur. Nu zouden ze de iPad-prijs minstens vertienvoudigen.
Dat heeft DFKI er niet van weerhouden alvast van twee boeken een bewerking te maken volgens Text 2.0: Le Petit Prince van Antoine de Saint-Exupéry en Dracula van Bram Stoker. In Le Petit Prince bijvoorbeeld veranderen de illustraties als je vordert in de tekst en worden woorden automatisch verklaard als je er langer met je ogen op blijft hangen. Als Text 2.0 merkt dat je diagonaal door een tekst heenvliegt, worden de essentiële woorden vet en de minder belangrijke grijs. „Dat is de bedoeling van Text 2.0: dat de tekst als het ware merkt hoe hij gelezen wordt en daar de juiste hulpmiddelen bij biedt”, zegt Georg Buscher, een van de onderzoekers.
Buscher en zijn collega’s doen hun best de verwachtingen niet te overdrijven. Ze demonstreren het systeem op beurzen, zoals op de CEBIT eerder dit jaar, en weten daardoor hoe het ‘in het wild’ werkt. „Het meest algemene antwoord is: meestal werkt het.” Bij ongeveer een derde van de proefpersonen zijn er problemen, door brillen, slecht licht of kinderziekten in de software. Marktrijp is anders.
Maar in een ander opzicht zijn ze minder voorzichtig, in de toelichting op hun website. „Nee, we beweren niet dat dit gemeengoed wordt. We verwachten juist nog geavanceerder technieken. De wetenschap begint nog maar net de combinatie van blikrichting en tekst te verkennen.”
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten